Europees Parlement, 11-feb-2010
Europees Parlement tegen uitwisseling bankdata met VS
Het Parlement weigert zijn toestemming te geven aan de voorlopige overeenkomst van de EU over de overdracht van bankgegevens aan de VS via het SWIFT-netwerk.
In een debat woensdag uitten de Europarlementariërs bezorgdheid over privacy, proportionaliteit en wederkerigheid. Door de verwerping is de overeenkomst die de ministers van de 27 lidstaten met de VS hebben ondertekend rechtsongeldig. Europarlementariërs stellen voor, om over een nieuw akkoord te onderhandelen.
Stemming
De resolutie ter verwerping van de overeenkomst werd met 378 stemmen vóór, 196 tegen en 31 onthoudingen aangenomen. De tekst verzoekt de Commissie en de Raad om met onderhandelingen over een langetermijnakkoord met de VS over deze kwestie te beginnen. De Europarlementsleden herhalen, dat het nieuwe akkoord aan de vereisten van het Verdrag van Lissabon moet voldoen, met name het Handvest van de Grondrechten.
Een voorstel van de EVP- en ECR-fracties om de stemming uit te stellen werd verworpen met 290 stemmen voor, 305 tegen en 14 onthoudingen.
"De Raad heeft zich onvoldoende hard gemaakt voor gegevensbescherming", zei rapporteur Jeanine HENNIS-PLASSCHAERT (ALDE, NL) tijdens het debat woensdag. Ze vond dat de in de overeenkomst vastgelegde regels voor gegevensoverdracht en -opslag niet evenredig waren aan de zogenaamde veiligheid die verstrekt werd.
Rechtshulp
Om in het kader van terrorismebestrijding nu toch financiële gegevens te blijven delen, kunnen de EU en de VS beroep doen op een overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp, waardoor de uitwisseling van gegevens dan volgens de nationale wetgeving van de EU-lidstaten verloopt.
De Europese Commissie kondigde gisteren in een brief aan EP-voorzitter Buzek aan, dat ze "in de komende weken" aan een nieuw ontwerp-onderhandelingsmandaat voor een langetermijnakkoord zou werken. Het mandaat zou "rekening houden met de bezorgdheid van het Europees Parlement en de Raad" en "het grootst mogelijke respect voor de privacy en de bescherming van gegevens" verzekeren.
De Europarlementsleden bevestigden de principes die ze op 17 september 2009 in een resolutie hadden aangenomen.
Gegevens over EU-burgers onderworpen aan Europese regels
In de resolutie van september 2009 eisten de Europarlementsleden dat het akkoord de rechten van EU-burgers met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens volledig moest respecteren. De gegevens moeten volgens hen "alleen ter bestrijding van terrorisme" worden verzameld en tussen veiligheidsmaatregelen en de bescherming van burgerlijke vrijheden moest "een juist evenwicht" worden gevonden.
De resolutie roept op tot "dezelfde gerechtelijke verhaalmechanismen als die er zouden gelden voor gegevens die binnen de EU worden verzameld, inclusief compensatie in het geval van onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens".
Achtergrondinformatie
In juli 2009 maakte de pers bekend, dat er als gevolg van wijzigingen in de structuur van SWIFT over een nieuwe overeenkomst zou moeten worden onderhandeld. Het bedrijf had een opslagcentrum voor zijn Europese gegevens in Zwitserland opgericht, wat betekende dat de inter-Europese gegevens alleen in Europa zouden worden opgeslagen. Tot die tijd waren de gegevens ook op een server in de VS bewaard. Door deze nieuwe structuur moest er door de Commissie en de Raad aan de ene kant en de VS aan de andere over een nieuwe overeenkomst onderhandeld worden.
Debat woensdag 10 februari
In een debat uitten de sprekers van de meeste fracties nogmaals hun bezorgdheid over het gebrek aan gegevensbescherming en beroepsmogelijkheden in de voorlopige overeenkomst voor de overdracht van bankgegevens aan de VS via het SWIFT-netwerk. "De Raad heeft enkele bemoedigende signalen gegeven, maar niet meer dan dat", zei de spreker van de EVP-fractie. De S&D-, ALDE-, groene en GUE-fracties waren duidelijk tegen de overeenkomst, terwijl de ECR-fractie zei, tijd nodig te hebben om na te denken.
Rapporteur Jeanine HENNIS-PLASSCHAERT (ALDE, NL) zei, dat het gebruik van financiële gegevens noodzakelijk is voor de bestrijding van het terrorisme, maar dat de Raad wat de gegevensbescherming betreft "niet sterk genoeg was geweest". Ze betreurde ook, dat de EU "haar financiële veiligheidsdiensten aan de Verenigde Staten bleef uitbesteden", "zonder wederkerigheid". De normen voorzien in de interim-overeenkomst voor overdracht en opslag van gegevens waren volgens Hennis-Plasschaert onevenredig.
Namens het Raadsvoorzitterschap zei Alfredo PÉREZ RUBALCABA dat de TFTP "een waardevol instrument is, dat heeft geholpen om terreuraanslagen te voorkomen". Hij vond, dat de tekst van de voorlopige overeenkomst voldoende garanties bood voor de bescherming van gegevens en hij hoopte dat het Parlement en de Raad aan een inter-institutioneel akkoord zouden werken opdat de Parlementsleden gemakkelijker toegang zouden krijgen tot geclassificeerde documenten.
Aan het einde van het debat zei Rubalcaba, dat hij de Europarlementsleden in de nabije toekomst geen nieuwe ontwerp-overeenkomst zou kunnen presenteren, maar hij hoopte "over een paar maanden" terug te keren om het resultaat van gesprekken met de Amerikaanse regering voor te stellen. "Daarom vraag ik tijd", zei hij.
Voor Commissaris voor Binnenlandse Zaken Cecilia MALMSTRÖM was de SWIFT-interim-overeenkomst "niet alleen gunstig voor de VS, maar wij hebben er allen baat bij". Ze zei dat het rapport van voormalig antiterrorismerechter Jean-Louis Bruguière voor de Commissie "bevestigt, dat TFTP belangrijk is om nuttige informatie te verkrijgen in de strijd tegen het terrorisme". Een afwijzing van de overeenkomst door het Parlement zou "een ernstige bedreiging voor de veiligheid" van de burgers betekenen.
Fractiewoordvoerders
"We willen de veiligheid en de burgerlijke vrijheden en de bescherming van gegevens op gelijke voet garanderen", zei Ernst STRASSER (EPP, AT). De EU heeft een "goed partnerschap met de VS", maar "de manier waarop deze tekst tot stand is gekomen, kunnen wij niet aanvaarden", betoogde hij. "We kunnen niet instemmen met deze stand van zaken", verklaarde Strasser. "De Raad heeft enkele bemoedigende signalen gegeven, maar dat is het, geen garanties", voegde hij eraan toe.
Volgens Martin SCHULZ (S&D, DE) was deze overeenkomst "een vergissing van de EU-regeringen" (...) ze dachten dat ze weg konden komen met zo'n slecht akkoord", dat niet in overeenstemming is met de grondrechten, zei hij. "Hoe zullen de gegevens worden bewaard, kan ik er toegang toe hebben, wanneer worden de gegevens gewist, welke mogelijkheid heb ik om informatie in te winnen over wat er met mijn gegevens gebeurt?", vroeg hij. "Dit is gewoon een slecht akkoord dat we niet kunnen steunen".
Sophia in 't VELD (ALDE, NL) zei, dat het Parlement een "belangrijke beslissing te nemen had", zonder dat angst gezaaid moest worden met beweringen over een "veiligheidsvacuüm". "We kunnen alleen toestemming geven voor een overeenkomst, die volledige democratische legitimiteit geniet, zowel op grond van inhoud als van de procedure", verklaarde ze. Maar "de antwoorden van de Raad zijn ontoereikend", zei ze. "Onze kiezers hebben het recht om te weten dat we gegevensbescherming zeer serieus nemen en de besluiten van de Raad niet automatisch goedkeuren".
"We moeten tegen de interim-overeenkomst stemmen en ze niet uitstellen!", zei Rebecca HARMS (GREENS/EFA, DE). "We moeten niet instemmen met een overeenkomst, wanneer velen van ons opnieuw en opnieuw verklaard hebben, dat dit een stuk wetgeving is, dat de grondrechten schendt". Ze vond het een schande dat de Amerikaanse administratie klaar was om een constructieve dialoog aan te gaan, terwijl de Raad niet bereid was om het debat met het Parlement te voeren.
Timothy KIRKHOPE (ECR, UK) was "gefrustreerd en boos" door de manier waarop de Raad het Parlement behandeld had. "Het recht van het Parlement om al dan niet toestemming te verlenen, mag niet retrospectief als instrument gebruikt worden", waarschuwde hij. "We krijgen eindelijk toezeggingen van de Raad en de Commissie over gegevensbeschermingskwesties", zei Kirkhope, "maar we hebben nu wat tijd nodig voor we verder gaan met vitale maatregelen".
Lothar BISKY (GUE/NGL, DE) benadrukte, dat het interim-akkoord "bereikt was via een vreemde procedure, en één dag voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon werd dit erdoor gedrukt om het Parlement te omzeilen". "We zijn gevraagd om ja te zeggen tegen Big Brother's Little Sister", zei hij.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 heeft het Europees Parlement belangrijke nieuwe wetgevende bevoegdheden. Vrijwel alle EU-wetgeving wordt nu door het Europees Parlement en de Raad van Ministers gezamenlijk bepaald - met inbegrip van landbouw, immigratie, energie en de EU-begroting. De rol van het Parlement om - als enige rechtstreeks verkozen instelling van de EU - ervoor te zorgen dat de EU verantwoording aan de burgers aflegt, is ook versterkt. Zo hebben Europarlementsleden een grotere inspraak in de benoemingen van vele van de belangrijkste EU-banen.
Bron: europarl.europa.eu
Zie ook:
Meer nieuws: